D, t of dt (werkwoordspelling) (2024)

Open menu Onze Taal

  • Taalloket
  • Tijdschrift
  • Schatkamer
  • Winkel
  • Over Onze Taal
  • Inloggen
  • Lid worden
  • Doneren
  1. Home
  2. Taalloket
  3. D, t of dt (werkwoordspelling)

In de tegenwoordige tijd enkelvoud is alléén deze vraag van belang: moet ik een t aan de stam toevoegen, of niet? Die vraag kun je beantwoorden als je weet wat het onderwerp van de zin is.

Voor vrijwel alle werkwoorden gelden in de tegenwoordige tijd enkelvoud de volgende regels:

Geen t

Voeg geen t aan de stam toe als het onderwerp:

  • ik is: ik maak / ik word, maak ik / word ik
  • jij/je is én achter de persoonsvorm staat: maak jij / word jij

Stam + t

Voeg wél een t aan de stam toe als het onderwerp:

  • jij/je is én vóór de persoonsvorm staat: jij maakt / jij wordt
  • u is: u maakt / maakt u, u wordt / wordt u
  • een derde persoon is:
    • hij / zij / het / Mark / Fleur / het meisje / de klas / onze afdeling / het boek / Den Haag / Nederland / wie / wat / ... maakt / wordt
    • dan maakt / wordt hij / zij / het / Mark / Fleur / het meisje / de klas / onze afdeling / het boek / Den Haag / Nederland / ...

Extra aandachtspunten en tips

  • Ook als de stam op een d eindigt, geldt de regel ‘stam plus t’:
    • jij/u/hij/zij/het wordt / raadt / rijdt / begeleidt / bereidt / onthoudt / ontvriendt / vermijdt / verraadt, enz.
  • In de tegenwoordige tijd wordt nooit een d aan de stam toegevoegd. Zinnen als ‘Zij wijzigd straks de tarieven’ en ‘Hij veranderd morgen de code’ zijn dus altijd fout. Het moet zijn: ‘Zij wijzigt straks de tarieven’ en ‘Hij verandert morgen de code’ (weer: stam + t). Let niet op de verleden tijd van wijzigen en veranderen! De d in de verledentijdsvormen wijzigde en veranderde heeft namelijk geen enkele invloed op de tegenwoordige tijd. Aan het ezelsbruggetje van ’t kofschip heb je dus ook niets als het gaat om de tegenwoordige tijd. Dit ezelsbruggetje gaat immers over de verleden tijd.
  • Soms heeft een zin op het eerste gezicht geen onderwerp, maar is tóch stam plus t juist. Bijvoorbeeld:
    • ‘Niet in rijden; loopt dood.’(verkorting voor ‘deze straat niet in rijden; hij loopt dood’)
    • ‘Geen zorgen; komt vanzelf goed.’(verkorting voor: ‘het komt vanzelf goed’)
    • ‘Straat is afgesloten; geldt de hele dag.’(verkorting voor: ‘dit geldt de hele dag’)
    • ‘Geen zorgen; wordt geregeld.’(verkorting voor ‘het wordt geregeld’)

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!

Meer weten?

D, t of dt (werkwoordspelling) (2)

Fijn dat je Onze Taal steunt

Zo kunnen we taalnieuws, taaltips en taaladvies blijven verspreiden.
Bedankt!

Of was je op zoek naar

  • Baat / baadt het niet, dan schaadt het niet
  • Betalen: betaald / betaalt
  • Dagvaarden: zij dagvaart / dagvaardt
  • Engelse werkwoorden in het Nederlands (algemene regels)
  • Gij hadt / gij had
  • Hoed u / hoedt u voor namaak
  • Houd / houdt
  • Ik ben het die dit onzin vind / vindt
  • Ik word / ik wordt
  • Ik wordt wij / ik word wij
  • Inhoud / inhoudt
  • Je kunt / je kan
  • Je wil / je wilt
  • Hij mag / magt kiezen
  • Meld u aan / meldt u aan
  • Naar verluid / naar verluidt
  • Red / redt de tijger
  • Veranderen: veranderd / verandert
  • Verhuizen: verhuisd / verhuist
  • Verkeren: verkeerd / verkeert in goede staat
  • Vind u / vindt u
  • Willen: de klant wil / wilt kwaliteit
  • Word je / wordt je kampioen
  • Word je / wordt je kwalijk genomen
  • Word je / wordt je salaris gestort
  • Word lid / wordt lid van Onze Taal

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar

Bel 085 00 28 428

Bel 085 00 28 428

(gebruikelijke belkosten, geen extra kosten)

Of stel je vraag via social media of per mail

Tegenwoordige tijd

Hieronder staan meer voorbeelden metde tegenwoordige tijd.

hele werkwoord: maken

  • stam (hele werkwoord zonder -en): mak ⇒ maak
  • ik-vorm (geen t toevoegen): ik maak lasagne; morgen maak ik lasagne
  • jij/je ná persoonsvorm (geen t toevoegen): maak jij/je lasagne?
  • jij/je vóór persoonsvorm (stam + t): jij/je maakt goede lasagne
  • u en hij/zij/ze/het voor óf na de persoonsvorm (stam + t): u / hij / zij / het meisje maakt lasagne; maakt u / hij / zij /het meisje lasagne?

hele werkwoord: organiseren

  • stam (hele werkwoord zonder -en): organiser ⇒ organiseer
  • ik-vorm (geen t toevoegen): ik organiseer een feest; natuurlijk organiseer ik het feest
  • jij/je ná persoonsvorm (geen t toevoegen): organiseer jij/je het feest?
  • jij/je vóór persoonsvorm (stam + t): jij/je organiseert het feest
  • u en hij/zij/ze/het voor óf na de persoonsvorm (stam + t): u / hij / zij / het bestuur organiseert een feest; organiseert u / hij / zij / het bestuur een feest?

hele werkwoord: wijzigen

  • stam (hele werkwoord zonder -en): wijzig
  • ik-vorm (geen t toevoegen): ik wijzig de tarieven; morgen wijzig ik de tarieven
  • jij/je ná persoonsvorm (geen t toevoegen): morgen wijzig jij/je de tarieven
  • jij/je vóór persoonsvorm (stam + t): jij/je wijzigt morgen de tarieven
  • u en hij/zij/ze/het voor óf na de persoonsvorm (stam + t): u / hij / zij / het bestuur wijzigt de tarieven; morgen wijzigt u / hij / zij / het bestuur de tarieven.

hele werkwoord: worden

  • stam (hele werkwoord zonder -en): word
  • ik-vorm (geen t toevoegen): ik word dertig; word ik echt dertig?
  • jij/je ná persoonsvorm (geen t toevoegen): word jij/je binnenkort dertig?
  • jij/je vóór persoonsvorm (stam + t): jij/je wordt binnenkort dertig, hoor ik
  • u en hij/zij/ze/het voor óf na de persoonsvorm (stam + t): u / hij / zij / het mens wordt dertig; morgen wordt u / hij / zij / het mens dertig.

hele werkwoord: schudden

  • stam (hele werkwoord zonder -en): schud
  • ik-vorm (geen t toevoegen): ik schud de kaarten; meestal schud ik de kaarten
  • jij/je ná persoonsvorm (geen t toevoegen): schud jij/je de kaarten?
  • jij/je vóór persoonsvorm (stam + t): jij/je schudt de kaarten het snelst
  • u en hij/zij/ze/het voor óf na de persoonsvorm (stam + t): u / hij / zij / het meisje schudt de kaarten; schudt u / hij / zij / het meisje de kaarten?

hele werkwoord: downloaden

  • stam (hele werkwoord zonder -en): download
  • ik-vorm (geen t toevoegen): ik download het bestand; straks download ik het bestand
  • jij/je ná persoonsvorm (geen t toevoegen): download jij/je het bestand?
  • jij/je vóór persoonsvorm (stam + t): jij/je downloadt het bestand
  • u en hij/zij/ze/het voor óf na de persoonsvorm (stam + t): u / hij / zij / het meisje downloadt het bestand; downloadt u / hij / zij / het meisje het bestand?

Handig hulpmiddel: de Taal*maat

De Taal*maat D, t of dt? is een stroomdiagram waarmee je kunt bepalen of stam + t goed is of niet. Een handig hulpmiddel om de juiste vorm te kiezen in de tegenwoordige tijd!

Klik op het schema om het te vergroten:

Verder lezen

Nu gratis bij een doorlopend lidmaatschap: de Taalkalender 2025 Sluit je nu aan bij de grootste vereniging van taalliefhebbers en ontvang niet alleen 6x per jaar het leukste tijdschrift over... Meer informatie
Kwalificeer je voor het Groot Dictee! We publiceren deze zomer vrijwel elke week een test. Maak je de test foutloos? Dan kun je je kwalificeren voor het Groot Dictee... Naar de tests
Log in

of

Word lid

D, t of dt (werkwoordspelling) (2024)

References

Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Merrill Bechtelar CPA

Last Updated:

Views: 6009

Rating: 5 / 5 (70 voted)

Reviews: 85% of readers found this page helpful

Author information

Name: Merrill Bechtelar CPA

Birthday: 1996-05-19

Address: Apt. 114 873 White Lodge, Libbyfurt, CA 93006

Phone: +5983010455207

Job: Legacy Representative

Hobby: Blacksmithing, Urban exploration, Sudoku, Slacklining, Creative writing, Community, Letterboxing

Introduction: My name is Merrill Bechtelar CPA, I am a clean, agreeable, glorious, magnificent, witty, enchanting, comfortable person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.